Beeldenstorm
De Beeldenstorm is de verzamelnaam voor de vernielingen in kerken en kloosters in Nederland in 1566. Woedende protestanten sloegen katholieke beelden, schilderijen, glas-in-loodramen en altaren stuk. Waarom waren de protestanten zo boos? Om een paar redenen. De belangrijkste was dat ze vonden dat de katholieken niet volgens de bijbel leefden. Protestanten waren tegen de katholieke verering van heiligenbeelden. En ze haatten de rijkdom van hun kerken. Kerken, vonden ze, moesten heel sober ingericht zijn, en niet vol toeters en bellen. Maar ook politiek speelde een rol. De Nederlanden hoorden bij het Spaanse koninkrijk. De Spaanse koning was hier niet zo geliefd en bovendien erg katholiek. Bij dit alles kwam nog dat de oogst het jaar daarvoor mislukt was. En mensen met een lege maag, zijn sneller boos. De Beeldenstorm begon op 10 augustus 1566 in Vlaanderen en eindige een paar maanden later in Holland. De Spaanse koning, Philips II, was woedend en stuurde een groot leger. Een slecht idee, want daarmee begon de Tachtigjarige Oorlog en de Nederlandse strijd voor onafhankelijkheid. En die hebben we mooi gewonnen!
Toen koning Filips II in Spanje hoorde over de Beeldenstorm, stuurde hij een leger onder leiding van de generaal Alva naar der Nederlanden om de daders streng te straffen.
Willem van Oranje vluchtte onmiddellijk, omdat hij protestants was.
Hij vluchtte naar Duitsland en probeerde een leger te verzamelen tegen koning Filips. Intussen werden de mensen die niet katholiek waren, en iets te maken hadden met de Beeldenstorm, gruwelijk vervolgd. Ze werden gemarteld en gedood.
Ook Egmond en Hoorne werden onthoofd, dit waren belangrijk mensen van Willem van Oranje. Toen Willem van Oranje tegen Filips in opstand kwam, begon de tachtigjarige oorlog.
